maandag 23 september 2013

De verrukkelijkheid van fictieve oorlogen

De moderne oorlog. Alles wordt steeds realistische en ook steeds meer van deze tijd. Alle hedendaagse wapens en gadgets zitten in de schietspellen van vandaag de dag. We trekken dan met tanks, vliegtuigen en andere wapenrijtuigen ten strijden. Het paard is al jaren verleden tijd.

Het laadscherm is net de geschiedenis tegemoet gegaan en de slag gaat beginnen. De teller is weg en iedereen begint als een dolle te rennen. Het strijdplan is, vaker doden dan je dood gaat. Iedereen rent en schiet in het wilde weg. De eerste tegenstander wordt verrast met een granaat en zijn lichaam slingert door de lucht richting ons. Ik en mijn holmaat kijken toe hoe de granaat-gooiende soldaat, zijn dode tegenstander de plek op zijn broek laat ziet waar de naad zit waar de twee broekspijpen bij elkaar komen. Het theezakje, zo heet deze actie. Ik kijk toe, maar er is niks dat ik kan doen. Mijn magazijn inhoud zou in het lichaam van deze soldaat moeten zitten, maar omdat hij in mijn team zit heeft hij geen krasje. Friendly fire, ik schreeuw het door mijn headset, maar het blijkt een loze kreet.

Terwijl ons team probeert een verlaten restaurantje te bezetten, wijk ik af van de gekozen lijn en probeer ik een tegenstander mijn mes te laten zien. Mijn mes, waarmee ik boter op mijn brood had gedaan als dit een echte oorlog was, had ik al getrokken. Rustig probeerde ik ongezien om de soldaat af te lopen. Ik had hem al een naam gegeven, namelijk 'Mijn Man'. Hij was van mij en van niemand anders, zo had ik me dat bedacht. Ik kwam tot op vijf meter van Mijn Man. Nog drie meter en dan moest ik de aanvalsactie knop indrukken, dit zodat ik zijn digitale identiteit op mijn fictieve muur van schande kon pronken. Mijn fictieve muur van schande leek heel erg op een gewone muur. Een muur van twee meter breed bij twee meter hoog, gebouwd uit gewone rode bakstenen met hier en daar metsel vlekken. Te veel cement gebruikt, maar dat paste wel bij mijn muur. In een net niet goed afgewerkte boog stond in scheve letters:"Mijn fictieve muur van Schande". De plek waar al menig oorlogvoerende tiener zijn digitale identiteit heeft ingeleverd.

De dwalende soldaat

Mijn mes was klaar voor de ontmoeting met de galsappen van deze introducé van mijn muur. Het mes gleed in de soldaat en ik zag hem sterven. Toch kreeg ik niet de bevrediging waar ik op hoopte, geen nieuwe naam op mijn muur. Een teamgenoot was achter mij tot levendige wederkeer gekomen en schoot Mijn Man neer. Een schot in het hoofd werd Mijn Man fataal. Ik keek nog drie seconde naar het levenloze lichaam, toen stortte ik zelf ter aarde. Een raket wist de bodem onder mij voeten te raken. De explosie die volgde leverde mij een rechtstreeks ritje naar het menu op, zodat ik tien seconden later het allemaal nog een keer kon proberen.

Het potje eindigde met een grandioze voorsprong voor ons team in een victorie. Ik had nog drie personen verwelkomd op mijn 'Muur van Schande'. Helaas zat Mijn Man er niet tussen, hij loopt nog rond. En hij dwaalt, want mijn gevoel zegt dat hij nog op de Muur komt. Maar tot die tijd dwaalt hij en schiet hij andere digitale identiteiten neer. Hij dwaalt, tot ik hem tegenkom, want dan is het zijn laatste keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten